Toernooien Jeugd tenniskids rood high five

Blog van Sophie: In gesprek met Mats

Hee Tennisplayer!

Kun jij je nog herinneren dat ik een paar blogs geleden schreef over het spelen van tenniswedstrijden? Daar ga ik nog even mee door want er is nog véél meer leuks over te vertellen.

In deze blog ga ik een hele grote liefhebber van het spelen van potjes het hemd van zijn lijf vragen: Mats uit Amsterdam. Hij is net twaalf jaar geworden, zit in de eerste klas van het gymnasium en woont met zijn vader, moeder en broertje vlak bij de tennisbaan èn bij school (wat hij trouwens heel handig vindt). Je denkt misschien dat Mats is vernoemd naar Mats Wilander, een grote Zweedse tennislegende uit de jaren negentig van de vorige eeuw, maar volgens Mats is dat niet zo. Zijn ouders vonden de naam Mats gewoon heel vet.

Mats speelt dus héél graag wedstrijden. En hij ontdekte dit toen hij ongeveer acht was. Hij doet in het voorjaar en in het najaar mee aan de jeugdcompetitie en als het zo uitkomt speelt hij ook wel eens een toernooi bij zijn eigen club.  

Wat vind jij zo leuk aan het spelen van een wedstrijd? “De spanning!” Zegt Mats direct. “Soms sla je een slechte bal en dan denk je: ‘balen!’ Maar het andere moment sla je weer een mooie bal en ben je juist heel blij.”

Lekker hè, die spanning! Waar ben je goed in als je een wedstrijd speelt? “Ik kan goed in de rally blijven.”

Kun je aan de lezers vertellen wat dat betekent, ‘in de rally blijven’? “Dat betekent dat je hetzelfde tempo aanhoudt en weinig foutjes maakt. Soms speel ik ook wel aanvallend hoor! Als mijn tegenstander bijvoorbeeld een zachte tweede service slaat, loop ik ook wel eens meteen door naar het net en dan maak ik de bal af.”  

Je bent dus misschien wel een beetje een strateeg? “Ja, een beetje.”

Waar zou je nog beter in willen worden? Mats aarzelt geen moment. “Mijn service! Die lukt ècht nooit goed. Die gaat gewoon te zacht. En dan speelt mijn tegenstander de return keihard in de hoek zodat ik niet meer bij de bal kan.”  

“Dat is dan een mooi onderdeel om in de les aan te werken. En hoe ben je mentaal in een wedstrijd? Word je bijvoorbeeld wel eens boos, of ben je bijvoorbeeld een echte vechter? “Vroeger werd ik altijd best wel snel boos. Maar dat wordt steeds minder.” Mats geeft een mooi voorbeeld. “Gisteren moest ik bijvoorbeeld met Hidde (tennisvriend en klasgenoot) dubbelen, en toen stonden we in het begin met 3-0 achter, maar toen dachten we: ‘Koppen omhoog! We gaan er nu gewoon tegenaan!’. Dat werkte. De eerste set wonnen we toen op het nippertje en uiteindelijk wonnen we de hele wedstrijd. Dat was wel goed!”

Knap! Maar dit was dus een dubbel. Hoe is het als je een enkel speelt?  

“Soms word ik toch nog wel een beetje boos. Als ik zelf een fout maak. Maar als ik daarna een mooie bal sla, ben ik weer heel blij. Het hangt er ook een beetje vanaf tegen wie je speelt. Als je tegen een hele goeie tegenstander speelt maakt het niet veel uit want dan weet je dat je toch uiteindelijk verliest. Maar als je tegen mensen speelt die even goed zijn dan baal ik wel als ik slecht speel.”

Zou je dus misschien op het mentale vlak ook nog wat beter willen worden? “ Ja, een beetje. Maar ik weet niet zo goed hoe ik dat moet doen. Ik heb  eigenlijk bij alle spelletjes die ik speel dat ik soms wat te fanatiek ben…”

Voor sport is fanatiek zijn ook een goeie eigenschap…Mats knikt. “Ja, maar soms werkt het niet in je voordeel.”

Hoe bereid jij je op een wedstrijd voor? “Meestal bereid ik me niet voor. Want als ik me wel voorbereid ben ik al veel te druk met de wedstrijd bezig en dan lukt het op de baan helemaal niet meer. Dus meestal zie ik wel wat er gaat gebeuren en bedenk ik vlak voor de wedstrijd wat ik ga doen. Ik kijk bijvoorbeeld naar hoe de tegenstander inspeelt en daar baseer ik mijn spel dan meestal op.”

Dat is heel slim. En doe je ook geen warming-up voordat je aan een wedstrijd begint?  “Inspelen is meestal mijn warming-up. Ik zwaai ook wel wat met mijn armen, maar dat is meestal ongeveer maar een minuutje. Tijdens de competitie gaan we vaak ook met het hele team spelletjes bij het muurtje doen. Dat is ook heel leuk en je bent gelijk warm. Bij elke tennisclub heb je wel een muurtje.”  

Ja dat is ook een hele goeie warming-up natuurlijk. Even iets anders: heb je wel eens iets heel geks meegemaakt in een wedstrijd? Mats moet even nadenken. “Ja! Een keertje gingen mijn tegenstanders opeens weg uit de wedstrijd omdat ze water moesten halen en toen bleven ze ongeveer tien minuten weg! Dat was wel gek! En een keer bij tennisclub DDV. Toen speelde ik tegen een jongen die iedere keer als we van kant wisselden, een Haribo zakje at. Elke keer! Dat was ook wel gek. Dat had ik ook nog nooit eerder meegemaakt!”

Hij zat dus de hele tijd te snoepen tijdens de wedstrijd…? Niet echt gezond! “Nee…”

Kan jij je een wedstrijd herinneren die heel spannend was? “Ja!” Mats glimt nog steeds van trots als hij begint te vertellen. “Dat was tijdens de clubkampioenschappen de dubbel met Hidde. Die wedstrijd duurde bijna tweeënhalf uur, want de rally’s waren steeds heel lang. De derde set wonnen we uiteindelijk in een tie-break met 10-8. Het laatste punt was ook heel spannend. Ik kan me het niet meer helemaal herinneren maar het was wel een heel mooi punt.”

Wauw, dat klinkt inderdaad heel spannend! Tot slot Mats, als jij een ander kind dat nog niet op tennisles zit enthousiast zou willen maken, wat zou je dan zeggen? “Dat het héél leuk is! Je mist echt wat als je niet op tennis zit want je maakt ook veel vrienden door tennis. Het is gewoon heel leuk om met je vrienden wedstrijdjes te spelen. En je kent best wel snel veel mensen. Ik ken er denk ik wel twintig doordat ik op tennis zit.”

Nou, dat is een hele mooie reden!

Mats laat me nog even zijn kamer zien èn natuurlijk de prijzen die hij heeft gewonnen. En je raadt nooit waar ze staan...In de badkamer! Is dat geen  originele plek?   

Leuk interview met Mats hè? Krijg je ook al zin om wedstrijden te spelen? Tot de volgende blog!

Sophie Asberg