Baan slepen jongetje handdoek teleurstelling verlies

Blog Sophie: Mentale kwalen & kwesties

Kun je een goede wedstrijdmentaliteit aanleren? Met die vraag eindigde ik de vorige blog. Laten we daar eens wat dieper op ingaan.

Om met een vrolijk antwoord te beginnen: ja! Maar, eerlijk is eerlijk, het aanleren van een nieuwe grip is eenvoudiger. Want hoe je een wedstrijd speelt, heeft ook te maken met je karakter, met wie jij bent en hoe jij je als mens al hebt ontwikkeld. Daar is minder makkelijk aan te sleutelen dan aan een grip. Sommige mensen zijn bijvoorbeeld geboren vechters. Zoals de jongen waarover ik vertelde in mijn vorige blog. Anderen simpelweg niet. Ben je het niet, dan word je het ook niet door even een weekje te oefenen. Begrijp je wat ik bedoel? Maar natuurlijk kun je aan je gedrag (hoe het ook is) op de baan werken, als dat nodig is. Daar zijn zeker manieren voor. Zie het dus niet somber in als het bij jou wel eens scheef zit tussen je oren.

Hoe verbeter je dan je houding op de baan? Ik zei het al, je kunt het op allerlei manieren doen. Wat geschikt is voor jou, hangt af van waar je last van hebt en wie je bent. Ik kan daar nu weinig over zeggen, want ik ken je niet. Mentale tips zijn heel persoonlijk. Het beste is dat je, als je jezelf tijdens het spelen regelmatig dwarszit, hierover praat met je trainer. En dat je samen nagaat in welke situatie er wat met je gebeurt. Zo kun je gericht zoeken naar een oplossing. Eentje die voor jou het beste uitpakt. Ik geef je dus geen persoonlijke tips. Ik kan je wel wat vertellen over een paar mentale kwalen en kwesties in zijn algemeenheid. Daar steek je ook vast wat van op.

Tip 1: blijf een raadseltje

Wat vind je makkelijker? Spelen tegen iemand die bij een slecht geslagen bal uit zijn dak gaat van woede, of spelen tegen iemand die koel blijft? Ik denk dat ik het wel weet. Je vindt het makkelijker om te spelen tegen iemand die af en toe flipt. Het is tenslotte best lekker om te weten dat je tegenstander baalt, en worstelt met zichzelf. Het bevestigt bovendien dat je je tegenstander in de klem hebt en dat je dus lekker moet doorgaan met je spelletje. 

Een ijskonijn is een veel lastiger tegenstander. Die is niet peilbaar, waardoor hij je het gevoel geeft dat ie doorvecht tot de laatste snik. Dat kan mentaal zwaarder aanvoelen voor jou.

Kortom: als jij je emoties de vrije loop laat, kan jouw tegenstander je makkelijk ‘lezen’. Hij ziet precies wat er in je omgaat en dat is niet altijd in je voordeel, zeker niet als het om boosheid gaat. Nu zeg ik niet dat het beter is om koel te blijven. Je mag best je blijheid, boosheid of welke andere emotie dan ook laten zien. Maar doe het af en toe. Zo blijf je voor je tegenstander een raadseltje. En misschien is het voor jezelf ook prettig.

Tip 2: Speel punt voor punt

‘Speel punt voor punt!’ Je hoort het vaak zeggen. Maar wat betekent het nu eigenlijk? Ik zal proberen het je uit te leggen. Je speelt punt voor punt als je bij ieder te spelen punt het volgende doet: je bereidt je voor (concentratie en hoe ga je spelen?),  je speelt het punt, je herstelt je na de rally (op adem komen, hoe ging het punt?) en je bereidt je weer voor op het volgende punt. En dit probeer je te doen zónder dat jij je van de wijs laat brengen door wat er in het punt ervoor gebeurde. Bijvoorbeeld een net door jou geslagen dubbele fout. Punt voor punt spelen is ook een gevoel. Je verkeert als het ware in een staat van opperste concentratie en je hebt weinig gedachten. Je bent alleen bezig met het spelen van het punt. Iedere keer opnieuw.

Waarom zou je nu punt voor punt spelen? Ik heb het eigenlijk al gezegd. Als je niet afgeleid wordt door gedachten en gevoelens over de wedstrijd, geeft je dat rust in je hoofd. En rust is goed voor je spel. Vind je het lastig om je er iets bij voor te stellen? Bekijk dan eens wat wedstrijden van toppers op YouTube. Dan kun je goed zien wat het is. 

Punt voor punt spelen is trouwens niet gemakkelijk. Maar als je het in de vingers krijgt, word je een mentale kei op de baan. Het gaat je lukken als je veel wedstrijden speelt en het oefent. 

Zo, genoeg voor nu! Ga hier de komende weken maar eens mee oefenen. Dan geef ik je in mijn volgende blog nog een laatste kijkje in de keuken van de mentale kwalen en kwesties. Ik ga het daar hebben over boosheid en over de soms ongemakkelijke situatie dat je in de wedstrijdstand voor staat. Succes en tot de volgende blog!

Deze blog is een bewerking van hoofdstuk 7 uit het jeugdtennisboek Zeker een Beker, de enige coach die in je tennistas past.

Sophie Asberg