In mijn blogs heb ik je al een aantal keren iets verteld over het spelen van wedstrijden. En omdat de competitie in aantocht is, lijkt het me een goed idee om daar nog even mee door te gaan. Misschien komen we wel bij het interessantste maar ook het lastigste onderwerp van het tennisspel: de invloed van je gedachten en gevoelens op de wedstrijd, de mentale kant van de sport. Want als het namelijk niet goed zit tussen je oren, wordt het spelen en winnen van wedstrijden een moeilijke zaak.
Voordat je verder leest geef ik je eerst een opdrachtje: bedenk eens voor jezelf hoe jij een wedstrijd speelt. Ben je bijvoorbeeld een vechter of geef je juist snel op? Of word je misschien snel boos? Speel je graag voor publiek, bijvoorbeeld je tennismaatjes, je ouders? Ga het maar eens voor jezelf na.
En, heb je iets kunnen bedenken? Oké, dan gaan we nu verder. Wat heb je nodig voor het spelen van een wedstrijd? Goede slagen, spelinzicht en dat je fysiek sterk en handig bent. Maar wat dus ook minstens zo belangrijk is, ik zei het hiervoor al: dat het goed zit tussen je oren. Dat je een goede wedstrijdmentaliteit hebt. Maar wat is dan een goede wedstrijdmentaliteit? Vraag je je misschien af. Dat is dat je ieder punt wilt winnen en niet opgeeft als het moeilijk wordt. En dat je bijvoorbeeld niet knetterboos wordt als je ontevreden bent over je spel, maar juist plezier houdt en positief blijft. Goed, dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want natuurlijk word je wel eens boos of moedeloos. Of misschien bang om de wedstrijd te verliezen. Of juist overmoedig of gemakzuchtig, omdat je denkt dat je de wedstrijd al in je zak hebt. Waardoor je uiteindelijk toch verliest.
Ik geef je een voorbeeld van wat ik nou sterk vind. Er kwam eens een jongen van een jaar of twaalf naar mij toe. Hij had zijn wedstrijd na een lange knokpartij op het nippertje verloren. We praatten over hoe het was gegaan. Opeens zei hij tegen mij: ‘Maar weet je? Ik ben helemaal niet bang voor die jongen (zijn tegenstander), hoor. Ik weet nu beter hoe ik tegen hem moet spelen. De volgende keer ga ik van hem winnen!’ Vooral de manier waaróp hij het zei, verraadde zijn gretigheid om opnieuw het gevecht aan te gaan. Inderdaad, helemaal niet bang. Juist lekker strijdlustig!
Kun je zo’n houding of wedstrijdmentaliteit nu aanleren? Interessante vraag! Daarover meer in mijn volgende blog. Tot dan!
Sophie
Deze blog is een bewerking van hoofdstuk 7 uit het jeugdtennisboek Zeker een Beker, de enige coach die in je tennistas past.