Hey Tennisplayer! Mag ik je even aan Bunky voorstellen? Bunky is net zoals Tesse (zie mijn blog van februari) verliefd op tennis. Maar hij heeft nóg een grote liefde: dansen. Bunky is twaalf jaar en zit in de brugklas van het IVKO (montessori kunstvakschool). Samen met zijn vader, moeder en oudere zus woont hij in Amsterdam. Het is zondagmiddag en we zitten gezellig bij hem thuis aan de keukentafel om te gaan praten over zijn passies.
Jij bent ook verliefd op tennis hè?
‘Ja soort van’.
Weet je wanneer dat is begonnen?
‘Dat weet ik niet helemaal zeker meer. Het was er altijd al een beetje. Mijn ouders speelden ook en als we bij ons vakantiehuisje waren dan kreeg ik een tennisracket in mijn handen en dan deed ik spelletjes met de bal. Dan was het gewoon leuk. Toen ik een jaar of zes was ben ik echt op tennisles gegaan.’
Wat maakt tennis zo leuk voor jou?
‘Ik vind het heel leuk om alles te geven in een slag. Dat je je best moet doen om de bal een klap te geven om ‘m aan de overkant te krijgen. Maar het vele bewegen en het inschatten van de bal is ook leuk.’
Hoe vind je het om wedstrijden te spelen?
‘Dat vind ik heel leuk! Ik vind de competitie op zondag ook heel leuk want dan speel je lekker wedstrijden tegen andere mensen. Tijdens wedstrijden ben ik ook veel meer gefocused dan bij oefeningen in de training. Dan ben je meestal maar gericht op één slag, terwijl je in een wedstrijdje alles kunt samenvoegen wat je in de training hebt geleerd. De dingen die je het fijnst en het leukst vindt om te doen kun je in je wedstrijd gebruiken om je tegenstander uit te spelen.’
Het gaat jou dus niet zozeer om het winnen, maar meer om het oefenen van wat je in de les aan het leren bent?
‘Ja. En wedstrijden zijn natuurlijk ook heel leuk omdat je met en tegen andere mensen speelt. Het is gezellig, je hebt echt contact met je tegenstanders.’
Speel je ook wel eens een toernooi?
‘Ja ik heb denk ik twee keer aan het open toernooi op mijn eigen vereniging meegedaan. Eén keer ben ik tweede geworden. Een toernooi is leuk want er worden ook activiteiten buiten de wedstrijden om georganiseerd, bijvoorbeeld lekker eten en spelletjes. En je kunt prijzen winnen, dat is ook leuk.’
Kijk je wel eens naar tennis, naar de internationale wereldtop?
‘Ja, soms. Vooral als mijn vader kijkt. Ik zit niet zoveel voor de TV, maar als het aanstaat ga ik er gezellig bijzitten, ga ik mee aanmoedigen en geniet ik er ook echt van want het is wel iets speciaals dat je ernaar kunt kijken. Veel mensen kunnen er niet naar kijken.’
Heb je een favoriete speler of speelster?
‘Roger Federer vind ik heel cool. Maar Djokovic ook! Roger Federer vind ik ook gewoon heel cool omdat mijn tante uit hetzelfde land komt als Federer, Zwitserland.’
Volgens mij heb je nog een andere grote liefde…? ‘
Ja, dansen vind ik ook heel leuk! Street dance en hip hop pop. Dat is heel veel aanspannen en ontspannen. Ik doe ook fusion dance, dat is meer richting ballet en ook heel leuk. In totaal doe ik nu acht uur sport in de week, waarvan zes uur dans en twee uur tennis.’
Als je tennis met dans vergelijkt, zie en voel je dan overeenkomsten?
‘Ja ik voel wel een beetje een verbinding want in dansen laat je je gaan, laat je je gevoel los en dat doe ik ook bij tennis. Dus in het emotionele zit er wel een overeenkomst. Vanuit mij bekeken dus.’
En als je kijkt naar de beweging? Je noemde net Roger Federer. Ze zeggen wel eens dat hij de balletdanser is van het tennis, omdat hij zo elegant over de baan beweegt.
‘Ja dat begrijp ik wel.’ Bunky gaat staan en doet even droog een backhand voor. Hij zwaait met zijn armen. ‘Eigenlijk is de backhand het begin van een pirouette en bij de forehand is het net zo. Al de bewegingen in de slagbeweging maken dat je een beetje aan het dansen bent.’
Dat ben ik helemaal met je eens! Laatste vraag: als je andere kinderen enthousiast zou willen maken voor tennis, wat zou je er dan over zeggen?
‘Nou, ten eerste gewoon op tennis gaan! Het is leuk, je krijgt er geen spijt van en de leraren zijn vaak leuk. Soms heb je wel eens van die momenten dat je geen zin meer in tennisles hebt, dat je ervan af wil, maar dat gevoel ben je binnen een dag of twee vaak weer kwijt en dan heb je weer zin om te tennissen. Ik heb dat zelf ook gehad. Ik moest er gewoon op blijven en na een week was ik weer verliefd op tennis.’