Hee Tennisplayer! Speel jij wel eens een dubbeltje? Ik denk het wel, maar ik wil wedden: niet zo heel vaak. Je doet het gewoon af en toe voor de lol, omdat je singelen spannender vindt. Klopt hè? Jammer, want dubbelen is ook heel erg leuk. En als je het vaker doet, wordt het nóg leuker, omdat je er beter in wordt.
Dubbelen is ècht een speciaal spelletje. Zo moet je beschikken over katachtige reflexen en een ijzersterk netspel. Verder moet je een supersterke service en een supersterke return in huis hebben. Voor het dubbelspel zijn dit net zoals de volleys hele belangrijke slagen. En ten slotte: je moet slim zijn en het spel goed begrijpen.
We kennen échte dubbelspecialisten; spelers die zich voor 100% richten op het spelen van dubbels. Als je kijkt naar de wereldtop dan is de Amerikaanse tweeling Bob en Mike Bryan natuurlijk wereldberoemd. Je wil niet weten hoeveel titels deze broers hebben veroverd! Er wordt wel gezegd dat zij zo goed zijn geworden omdat zij elkaar als tweeling haarfijn aanvoelen.
In Nederland hebben wij ook een paar super goeie dubbelaars die bij de top van de wereld horen. Wesley Koolhof en Jean Julian Rojer zijn zulke dubbelsterren. En vroeger, toen jij nog niet geboren was, kenden we ook een gouden dubbelcombinatie: Paul Haarhuis en Jacco Elthing. Deze tennisvrienden veroverden samen een aantal Grand Slam titels en waren een tijdje het beste koppel van de wereld! Goeie Nederlandse ‘dubbel vrouwen’ hebben we óók. Alleen zijn zij nog niet zo dominant en constant in het internationale circuit als de mannen die ik hiervoor noemde. Maar dat gaat vast nog komen!
Weetjes
En dan nu twee leuke weetjes en wat dubbeltips voor jou, zodat je een echte dubbelster wordt.
Weetje 1: Dubbelen doe je samen
Dit is natuurlijk niet écht een nieuwtje, maar toch zeg ik het je nog een keer omdat het misschien wel het allerbelangrijkste is en zoveel spelers het vergeten: dubbelen doe je samen. Dat betekent dat je tijdens het spel voortdurend op elkaar moet letten en goed met elkaar moet praten over wat jullie tijdens de rally gaan doen. (Wanneer) ga je bijvoorbeeld ingrijpen aan het net? Waar ga je je service plaatsen? Ga je oplopen na je service?
Weetje 2: Dubbelen is een netspelletje
Het kan wel eens voorkomen dat je tijdens de rally met zijn vieren achterin staat, maar een echte goeie, leuke, dubbel speelt zich natuurlijk voornamelijk af aan het net.
Tips
Tip: Ga op je sterkste (slag)kant staan
Als jullie aan de dubbel beginnen, spreek dan met elkaar af wie er in de opstelling links en wie er rechts gaat staan. Het is slim als ieder zijn sterkste kant kiest. Ben je rechts en is jouw forehand een wapen? Dan ga jij ontvangen op rechts. Is jouw maatje óók rechts en slaat hij/zij het liefste een backhand? Dan gaat jouw maatje links ontvangen.
Tip: Start met de sterkste service!
Gaan jullie voor de eerste keer in de wedstrijd serveren? Spreek dan af dat degene met de sterkste service, begint.
Tip: Verdedig jullie veld (velddekking)
Net zoals in het enkelspel is het in het dubbelspel ook heel belangrijk dat er geen ‘gaten’ in de baan vallen, plekken waar niemand staat. Want zodra er een speelhelft voor een stuk open komt te liggen, geeft dat je tegenstanders de kans om daar een scorende bal te slaan. Jij en je partner moeten er dus zo veel mogelijk voor zorgen dat het veld goed afgedekt is en blijft tijdens het spel(velddekking).
Tip: Houd de bal goed cross
Als je de ontvanger bent van de service, probeer jouw servicereturn en de ballen die erna volgen dan goed cross, in de tramrails, te slaan. Zo maak je het de netspeler aan de overkant moeilijk om er tussen te springen en de bal te scoren met een volley.
Tip: Sla af en toe een lob
Probeer tijdens de rally ook eens een lobje over de netspeler aan de overkant te slaan. Zo schop je het spel een beetje in de war en breng je er variatie in. Als je een lobje hebt geslagen, dan is dat een goed moment om ‘achter de bal aan te gaan’ en zelf naar het net te komen.
Tip: Beweeg & Grijp in aan het net!
In een dubbel is het doel van de netspeler om veel ballen aan het net te pakken en je tegenstanders in de war te brengen over waar je als netspeler staat. Dus: wees avontuurlijk en grijp in aan het net als je een kans ziet (als jouw partner bijvoorbeeld met een sterke bal jouw tegenstander onder druk zet, waardoor je een makkelijk balletje terug krijgt)! Door te bewegen maak je je tegenstanders ook onzeker. Bewegen doe je door echt te gaan lopen (je grijpt in) of een kleine (!) schijnbeweging te maken. Als je loopt en ingrijpt heet dat met de Engelse term ‘poachen’.
Tip: Body shot
Het is slim om heel af en toe, als ‘verrassing’, een bal recht op het lichaam (navel) van de netspeler af te spelen. Dit heet een body shot. Een goed moment om dit te doen is bij een service return op een zwakke tweede service van de serveerder. Let op: heeft jouw tegenstander goede volleys in huis, dan is een body shot een gevaarlijke bal. Hij of zij legt de bal dan makkelijk weg.
Tip: Netspeler wisselt van kant na een lob
Sta je aan het net en krijg je een lobje over je heen? Wissel dan meteen van kant zodra jouw partner begint te lopen om de lob te halen. Zo houden jullie het veld goed afgedekt.
Tip: Sta niet te dicht op het net!
Als je aan het net staat, ga er dan niet te dicht op staan. Houd minstens één racketlengte afstand van het net. Zo voorkom je dat jouw tegenstanders makkelijk over je heen kunnen lobben.
Tip: Houd je blik op je tegenstander(s) gericht
Gaat jouw partner serveren? Houd je blik dan gericht op de overkant, op de ontvanger van de service, in plaats van achterom te kijken naar jouw maatje die aan het serveren is. Zo kun je goed in de gaten houden wat je tegenstander met de bal gaat doen. Tijdens de rally is het juist wel slim om af en toe achterom te kijken. Zo zie je waar jouw partner in het veld staat en kunnen jullie het veld mooi afgedekt houden.
Tip: Moedig elkaar aan!
Moedig elkaar in de wedstrijd aan, en pep elkaar op. Dat is fijn, want zo geef je elkaar steun. En…verliezen jullie een punt? Dan verlies je het punt samen! Het is nooit iemands fout of schuld. Geef elkaar een high five en ga samen weer vol voor het volgende punt.
Tip: Experimenteer!
Ga lekker experimenteren in de dubbel. Fouten maken mag, daar leer je van!
Veel succes & plezier! Sophie