De grootste Nederlandse talenten volgen het toptennisplan Five steps to the Top. Nu lijkt het misschien dat de top slechts een paar stappen verwijderd is, maar het vergt duizenden uren hard werken om er te komen.
Mees Röttgering is 16 jaar en toonde zich begin dit jaar aan de wereld door op de Australian Open de halve finale van het juniorentoernooi tot en met 18 jaar te bereiken. De linkshandige Limburger traint bij Amjoy in Eindhoven. Jochem Mol is zijn vaste coach met niemand minder dan Sjeng Schalken als adviseur.
‘Tennis is iets waar ik in de eerste plaats veel plezier aan beleef. Ik vind het leuk om elke dag hard te werken en mij zowel mentaal als fysiek te verbeteren. Naar toernooien reizen en het wereldje er omheen vind ik mooi. Ik omschrijf het nu als een soort hobby, maar dat is het in principe ook wel.’
Röttgering speelt dit jaar de Grand Slamtoernooien bij de junioren, maar maakt daarnaast de overstap naar het profcircuit. Onlangs wist hij in Sharm el Sheikh als jongste Nederlander ooit de finale van een 15.000 dollar ITF-toernooi te bereiken. Het bracht hem naar plaats 887 op de wereldranglijst en hij werd daarmee de jongste speler in de mondiale top1000.
‘Tot mijn vijfde hield ik helemaal niet van sport. Ik had er zelfs een hekel aan, haha. Ik heb een jaartje op voetbal gezeten, maar nadat ik de eerste keer had getennist, kwam ik thuis en toen wilde ik eigenlijk meteen terug de baan op. Zo is het begonnen en gegroeid tot wat het nu is.’
Zelf mag Röttgering zijn tennisloopbaan tot nu toe misschien omschrijven als hobby. Zijn weekschema verraadt echter anders en ziet er uit als dat van een profsporter. Als 16-jarige moet hij nog wel voldoen aan de leerplicht en hij gaat daarom naar een LOOT-school. Dit is een school voor voortgezet onderwijs waar door middel van een aangepast lesprogramma het sporttalenten gemakkelijker wordt gemaakt om het volgen van onderwijs met sport te combineren.
Maandag
‘De werkweek start ik om 09.00 uur bij Amjoy in Eindhoven en dan train ik twee uur tennis en een uur fysiek. Hetzelfde schema volg ik dan ook van 14.00 tot 17.00 uur.’
Dinsdag
‘Dit schema lijkt op dat van maandag. Ook dan train ik twee uur tennis en een uur fysiek in de ochtend en tennis ik twee uur in de middag. Als ik een toets heb dan kan ik nog wel eens op dinsdagmiddag naar school moeten.’
Woensdag
‘Om te voldoen aan mijn leerplicht ga ik woensdagochtend twee uurtjes naar school. Daarna train ik drie uur in Eindhoven.’
Donderdag
‘Donderdagochtend train ik twee uur in Eindhoven en dan pak ik snel de trein naar Amstelveen. Op het Nationaal Tennis Centrum (NTC, red.) train ik dan van 15.30 tot 19.00 uur.’
Vrijdag
‘Heb ik twee tennissessies op het NTC en plan ik nog een uur fysieke training in.’
Weekend
‘Zaterdags doe ik meestal alleen wat fysiek werk met af en toe tennis. Op zondag doe ik lekker helemaal niets.’
De talentvolle Röttgering traint vanaf zijn zesde jaar met Mol als coach. ‘In april werken Jochem en ik tien jaar samen. Dat is altijd vlekkeloos verlopen. Natuurlijk maken we beiden fouten, maar dan is het vergeven en samen doorgaan. We kennen elkaar door en door. Zonder Jochem zou ik niet geweest zijn waar ik nu sta. Hij heeft alles voor mij over. Dag in dag uit is hij bezig om mij beter te maken.’
De speler en de coach zijn een twee-eenheid met op de achtergrond een derde belangrijke component: voormalig nummer 11 van de wereld Schalken. ‘Sjeng kijkt vanaf de zijlijn mee en attendeert Jochem en mij op details die wij soms niet zien, omdat we elke dag samen zijn. Sjeng heeft duidelijk een toegevoegde waarde aan mijn tennisspel.’
Samen staan de Limburgers met een leeftijdsverschil van 31 jaar ook geregeld tegenover elkaar op de baan. ‘Sjeng kan de bal nog behoorlijk goed en zuiver raken. Ik heb veel beelden van hem teruggekeken en hij slaat en beweegt nog hetzelfde als toen. Eén van mijn verbeterpunten is dat ik constanter word. Daar hamert Sjeng ook op. Wat dat betreft heb ik aan hem een goed voorbeeld.’
In vergelijking met zijn leeftijdsgenoten vindt Röttgering dat hij een interessanter leven leidt. ‘Komende week vlieg ik naar Egypte voor een toernooi, terwijl mijn klasgenoten op school zitten. Ik heb niets te klagen, want ik doe wat ik enorm leuk vind. Wel kan en moet ik volwassener zijn dan mijn leeftijdsgenootjes, want ik heb een duidelijk doel voor ogen.’
Röttgering wil slagen als proftennisser. De tiener geniet van het proces al heeft hij een hekel aan verliezen. ‘Het tennisleven vind ik prachtig. Iets anders zou ik niet willen. Wedstrijden winnen is het leukste dat er is.’
