Een tijdje terug heb ik je wat wedstrijdtips gegeven voor aan het begin van je potje. Ik ben benieuwd of je ermee hebt geëxperimenteerd en of je er wat aan hebt gehad. Je kan ze hier nog een keertje lezen.
Dit keer heb ik nóg een paar tips en weetjes. Deze keer niet voor aan de start van je wedstrijd, maar voor tijdens je partij. Leuk als je ze weer gaat uitproberen!
90 seconden...rust!
Ik hoef je natuurlijk niet te vertellen dat je even mag gaan zitten als je van speelhelft wisselt, dat weet je allang. Maar doe je het ook? Of loop jij meteen door naar de andere kant van de baan om vervolgens te staan wachten op je tegenstander? Het mag natuurlijk, maar of het slim is? Ik denk het niet. Oké, als je er een keer expres voor kiest om niet te gaan zitten, omdat je bijvoorbeeld actief wilt blijven of je tegenstander een beetje wilt opjagen, dan is dat een prima keuze en heb ik niets gezegd. Maar heb je géén speciale bedoeling? Pauzeer dan wél even. En wat je doe je dan tijdens die anderhalve minuut? Heel simpel: gewoon uitrusten. Je drinkt bijvoorbeeld een slokje, je veegt wat zweetdruppels weg, je neemt een hapje van het een of ander en misschien denk je na over de wedstrijd, of de volgende game. Ben je daarmee klaar? Dan heb je je anderhalve minuut goed besteed. Op naar de volgende game!
Speel naar de zwakke kant
Misschien weet je dit ook al, maar ik ga het je toch nog eens vertellen. Weet je waarom? Omdat veel spelers het niet doen: naar de zwakste slag van de tegenstander slaan. Want met die slag kan hij jou niet onder druk zetten en maakt hij waarschijnlijk de meeste fouten. Maak het hem daar dus moeilijk, maar doe het slim. Speel niet álle ballen naar de zwakke kant. Sla voor de afwisseling ook eens een bal naar de andere hoek. Daarmee verras je je tegenstander! Bovendien raakt hij niet gewend aan jouw ballen op zijn zwakkere slag. Een goed moment om de slagen van je tegenstander te testen is tijdens het inslaan.
Plaatsen
Soms sla je alle ballen naar je tegenstander toe en heb je dat zelf niet in de gaten. Dat is niet slim en je begrijpt wel waarom. Maak juist gebruik van de ruimte die je hebt. Spreid de ballen, de baan is groter dan je denkt. Laat je tegenstander rennen. Ik durf te wedden dat hij het moeilijker krijgt. En dat jij meer punten wint.
Je eigen spel
Waar ben jij goed in? Wat zijn je wapens? Sta je graag op de baseline? Of heb je juist ijzersterke volleys en kom je dus graag naar het net? Wat is eigenlijk jouw ‘eigen' spel? Je eigen spel kan van alles zijn. Als je slim bent, speel je zoveel mogelijk je eigen spel. Nu is dit makkelijker gezegd dan gedaan. Want een slimme tegenstander zorgt ervoor dat jij je eigen spel niet kunt spelen. Doe het daarom zoveel mogelijk. En waarom is je eigen spel spelen dan slim? Simpel. Als je doet waar je goed in bent, is de kans op succes het grootst. Ga je het proberen? Als je niet weet wat jouw spelletje is, denk er dan eens goed over na. Vraag ook eens aan je trainer of tennisvrienden wat ze goed aan jouw spel vinden.
Niet struikelen
Iedereen krijgt er in de wedstrijd regelmatig mee te maken. De bal die terugrolt in het veld na een in het net geslagen eerste service. Ongeveer ter hoogte van de servicelijn blijft hij liggen. Dat ken je, toch? Veel spelers halen die bal niet weg. Omdat ze bijvoorbeeld te lui zijn of gewoon onverschillig. Misschien denken ze ook wel dat ze uit hun concentratie raken of ze voelen zich ongemakkelijk als ze de bal pakken. Niet slim. Want weet je wat er kan gebeuren? Óf je struikelt over de bal, óf de bal van je tegenstander belandt erop. Dat is balen, want dat betekent een punt voor de tegenstander. Een bal in het veld leidt hoe dan ook af. Het beïnvloedt je concentratie. Haal hem dus weg als volgt: loop gewoon rustig naar de bal toe en raap 'm vervolgens op of geef hem een tikje de baan uit. Je hebt geen haast. Loop daarna weer terug naar de baseline. Haal even diep adem en blaas uit. Focus je dan op je tweede service. Niets aan de hand.
Zo! Dit waren vijf tips waar je in jouw komende wedstrijden weer mee kunt gaan experimenteren. Veel succes!
Sophie
Deze blog is een bewerking van hoofdstuk 2 uit het jeugdtennisboek Zeker een Beker, de enige coach die in je tennistas past.
Sophie Asberg
