Alweer een tijdje geleden schreef ik een blog over jouw wedstrijdvoorbereiding. Het verhaaltje ging over wat je allemaal in je sporttas kunt stoppen op de dag dat je een wedstrijd moet spelen. Maar met een goed gevulde tas ben je natuurlijk nog niet klaar! Bij een zorgvuldige wedstrijdvoorbereiding hoort óók dat je op tijd en goed eet! Daarover gaat het verhaal van vandaag. Veel plezier met lezen!
P'TJE
Vroeger was P’tje mijn grootste tennisvriend. Wij tennisten héél veel samen. We stonden uren op de baan en speelden wedstrijdjes tot het donker werd. P’tje had veel talent en hij wilde de Nederlandse top halen. Maar P’tje had alleen last van één 'dingetje'. Hij hield namelijk niet zo van eten. Hij vond bijna niets lekker. Echt waar! Het liefst at hij alleen maar boterhammen met pindakaas of een broodje kroket. Maar daar word je niet sterk van en het is zeker niet het beste wedstrijdvoer. Zijn moeder zat dus met haar handen in het haar. Zij fietste de hele stad door om - dan maar - de allerbeste pindakaas van de allerbeste pindakaasboer te vinden. En gelukkig, dat lukte. P’tje heeft óók de Nederlandse top gehaald. Maar ik zeg je, een héél sterke beer is hij nooit geworden. Zou dat komen door die pindakaasboterhammen?
Wat ik eigenlijk wil vertellen is het volgende: voor een goede wedstrijdvoorbereiding en het spelen van wedstrijden is het van belang dat je voldoende en goed eet. Dus niet alleen boterhammen met pindakaas, zoals mijn vriend P’tje deed. En ook niet te veel broodjes kroket. Stel je maar het volgende voor: een auto heeft benzine nodig om te rijden, en zo heb jij ook de juiste brandstof nodig om te presteren en goed voor je lichaam te zorgen. Jouw tank moet dus goed gevuld zijn.
Wat eten?
Maar wat moet je dan eten? En wanneer? Het is niet ingewikkeld. Dat ga ik hieronder uitleggen.
De juiste brandstof
De beste brandstof haal je uit pasta, rijst, aardappelen, volkorenboterhammen en fruit. Zorg daarom dat je de dag vóór de wedstrijd en op de dag van de wedstrijd van een van deze producten genoeg eet. Eet daarbij een stukje vis of vlees. In vis en vlees zitten bouwstoffen voor je spieren. Heel belangrijk! Groenten horen ook in je wedstrijdmaaltijd thuis. Eet de groenten het liefst warm (bijvoorbeeld gekookt, gebakken, gestoofd) dat is fijner voor je maag. Je wedstrijdmaaltijd is dus bijvoorbeeld een bordje pasta met vis en groenten. Maak er maar iets lekkers van. Eet een bakje fruit als toetje. Een broodmaaltijd is ook goed, als je niet aan warm eten toekomt.
Eet op tijd
Eet niet vlak voor de wedstrijd. Dan voel je je zwaar en kun je geen stap meer verzetten. Of je wordt licht in je hoofd tijdens het spelen, omdat al je energie naar je maag gaat. Eet je laatste wedstrijdmaaltijd ongeveer tweeënhalf uur vóór de wedstrijd. Je zult zien dat jij je dan energiek en lekker voelt.
Drink!
Op de dag dat je moet spelen moet je goed drinken, want je gaat veel zweten op de baan. En dan bedoel ik niet cola of andere frisdranken. Drink vooral water. Dat vindt je lichaam het prettigst.
Brandstof tijdens de wedstrijd
Natuurlijk moet je niet alleen vóór de wedstrijd goed eten en drinken. Tijdens de wedstrijd moet je ook je brandstof bijtanken. Heb je behoefte aan een extraatje? Eet dan bijvoorbeeld een hapje energiereep, krentenbol, een biscuitje of wat fruit. Deze producten geven jou snel weer energie. Zorg ook dat je voldoende water drinkt. Neem tijdens iedere wissel een paar slokken, dat is genoeg, eventueel afgewisseld met een paar slokjes energiedrank (let op: energiedrank voor tijdens de wedstrijd).
Herstelbrandstof
Als je net een wedstrijd hebt gespeeld moet je óók goed eten. Want dan kan je lichaam zich beter herstellen. Wat eet je dan? Simpel, de brandstof die je ook vóór de wedstrijd at. Geen patat of andere snacks, daar herstel je bijna niet van. En nogmaals: denk eraan dat je na de wedstrijd ook voldoende drinkt.
Oké, genoeg gezegd over 'wedstrijdvoer'. Ik ben benieuwd of je het interessant vond en of je gaat proberen om voortaan (nog) beter op je voeding te letten.
Sophie
Deze blog is een bewerking van hoofdstuk 1 uit het jeugdtennisboek 'Zeker een Beker, de enige coach die in je tennistas past'.
Sophie Asberg
