In samenwerking met TENNiS Magazine plaatsen we elke vrijdag een gedeelte van een interview uit het magazine met een persoon uit de Nederlandse tenniswereld. Deze keer met Marijke Jansen.
Marijke Jansen, wie kent haar nog? Of doet misschien Marijke Schaar-Jansen een belletje rinkelen? De dubbele naam die ze droeg toen ze nog getrouwd was. Anders dan generatiegenoten Betty Stöve en Tom Okker zijn de schijnwerpers de afgelopen decennia nauwelijks gericht geweest op de veelvoudig nationaal kampioene van de jaren zestig en zeventig. Pas toen Kiki Bertens vier jaar geleden de halve finale op Roland Garros bereikte werd het ‘dossier Jansen’ even afgestoft.
Dat gebeurde natuurlijk niet zomaar. Bertens trad met haar puike prestatie na 45 jaar (!) in de voetsporen van Jansen, die in 1971 hetzelfde kunstje had geflikt. Weinigen die dat nog wisten. Weinigen die zich nog herinneren dat zij in die halve finale verloor van de Australische grootheid Evonne Goolagong, die later als Cawley door het leven ging. Weinigen ook die nog weten dat zij in hetzelfde seizoen de laatste zestien op Wimbledon haalde en het jaar afsloot als de nummer 21 van de wereld.
Bedenk daarbij dat zij zich bediende van een geheel eigen en onorthodoxe stijl. Ze speelde zonder backhand. Jansen, inmiddels de mooie leeftijd van 75 jaar bereikt, was tweehandig en ze gooide al naar gelang in welke hoek de bal kwam haar racket over van de ene forehandzijde naar de andere. Een koddig gezicht voor degenen die het in de gaten hadden. Want je moest het als toeschouwer wel weten. Want als dat niet zo was, duurde het even voordat je het in de gaten kreeg. Als tegenstander had je er niet veel aan. De van tevoren uitgedachte tactiek om de backhand te bestoken kon zo de prullenbak in. Want een backhand was er niet. Haar bijnaam luidde niet voor niets ‘de vrouw zonder backhand’
Jansen haast zich te zeggen dat zij nooit met opzet de backhand, door velen gezien als de moeilijkste slag, heeft vermeden. ‘Dat is zo gegroeid. Als meisje probeerde ik alle dingen die ik rechts deed, ook links uit. Die slagen gingen aan beide kanten goed dus heb ik het maar zo gelaten.’
Op haar veertiende werd ze voor het eerst opgenomen in de bondstraining. ‘De bondscoach (Joop de Mos, red.) vond dat ik alles anders moest doen. Mijn techniek leek nergens naar. Ik heb het geprobeerd maar ben er snel mee gestopt. Officieel wegens een gebrek aan belangstelling, haha.’
Jansen ging haar eigen weg en dat leidde in de jaren zestig en zeventig tot vijf nationale titels en elf finaleplaatsen. Bovendien was ze internationaal redelijk succesvol geweest en dus werd ze in het Fed Cupteam opgenomen. Dat team, waarin zij de tweede single voor haar rekening nam ondanks dat ze Nederlands nummer één was, haalde in 1968 zelfs de finale van de prestigieuze landenstrijd.
Op haar dertigste volgde ze andermaal haar hart. Ze hield het internationale tennis en het reizen voor gezien. ‘Mijn voormalige echtgenoot (Nico Schaar) wilde dat ik alleen maar dingen zou doen die tennis gerelateerd waren. Volgens mij had hij er meer moeite mee dat ik stopte dan dat ik dat zelf zo ondervond. Achteraf vond ik het een juiste beslissing. Ik bleef tennissen bij de Metselaars, speelde competitie en deed nog verschillende keren mee aan de NK, die in die jaren op mijn eigen park plaatsvonden. Maar ik wilde andere dingen doen. Er was zo veel meer dan alleen tennis.’
Haar huwelijk liep spaak en de kost moest worden verdiend. Dat deed Jansen met dezelfde instelling als waarmee zij op de baan stond. ‘Tennis en zeker op het hoogste niveau is karaktervormend. Dat is het belangrijkste dat ik aan de sport heb overgehouden. Ik heb geleerd te vechten tot het uiterste en verlies te incasseren. In mijn leven na het tennis heb ik daar veel profijt van gehad.’
Onlangs kreeg zij een verzoek van de WTA (Women’s Tennis Association) een aantal vragen te beantwoorden. ‘Dat ze mij nog wisten te vinden. Ik stond versteld. Ik heb de meeste vragen beantwoord en tot mijn grote verbazing werd ik vervolgens onderscheiden voor mijn verdiensten in de Fed Cup. Ik wilde helemaal het podium niet op tijdens het Fed Cupduel in Den Haag tussen Nederland en Wit-Rusland. Maar het is achteraf toch leuk dat ik na zo’n lange tijd ben geëerd door de WTA.’
Wil je het hele interview lezen ga dan naar de site van TENNiS Magazine en kies voor een abonnement of los nummer.
Het interview met Marijke Jansen is gemaakt door Jon Visbeen en staat in editie 2 van 2020.