Het is snel gegaan met Ruben Spaargaren, beaamt de 21-jarige rolstoeltennisser zelf. Elf jaar geleden belandde hij in een rolstoel, een jaar later begon hij met tennissen en nu staat hij 17e op de wereldranglijst. Ook de sport waarin hij uitblinkt, heeft door corona maandenlang stilgelegen en dus verheugt de vriendelijke Aalsmeerder zich nog meer dan normaal op het NK Rolstoeltennis van volgende week. "Dat wordt hartstikke mooi, zeker nú en zeker op het NTC, een supermooi park."
Hoewel hij de als eerste geplaatste Tom Egberink als 'echte' favoriet ziet, windt hij er geen doekjes om. "Het is simpel. Ik wil gewoon de titel. Of dat lukt, is afwachten. Ik ga m'n best doen."
Topfit
Het interview vindt enkele dagen voor de start van het NK plaats. Hij heeft sinds twee dagen wat buikklachten, maar verder is hij topfit, vertelt hij. Dat is te danken aan de vele trainingsuren die hij de afgelopen maanden heeft gemaakt.
In april speelde hij zijn laatste toernooi in de VS. De eerste ronde zat erop en na wat regenpauzes was het een dag later tijd voor de tweede. Toen de organisatie van het toernooi die wedstrijd om wat onduidelijke redenen met een paar uur uitstelde, voelden Spaargaren en zijn collega's nattigheid. "Iedereen leest natuurlijk het nieuws over corona en we dachten: ergens klopt het niet. Even later kwam het mailtje dat het toernooi was gecanceld."
Tennissen op een 'vergane' baan
Nadat de Amerikaanse president Trump het inreisverbod had aangekondigd, wist Spaargaren wat hem te doen stond: zo snel mogelijk naar huis. De dag erna landde hij in Nederland en brak een rare periode aan, aldus Spaargaren. "Al gauw ging alles dicht en kon je nergens meer tennissen. Samen met Jiske Griffioen ging ik op zoek naar mogelijkheden. Eerst konden we nog heel even in een sporthal in Aalsmeer terecht, maar die ging ook al gauw dicht. Daarna gingen we de openbare parken in Amsterdam af en toen die één voor één dichtgingen, belandden we via-via bij iemand in Aalsmeer met een privé-tennisbaan. Die lag daar al een paar jaar een beetje te vergaan."
Het tekent zijn gedrevenheid en liefde voor zijn sport dat Spaargaren - samen met Griffioen - geen seconde twijfelde en eigenhandig de baan 'tennisklaar' maakte. "Mos eraf bezemen, los grint weghalen: het kostte behoorlijk wat zweet", lacht hij. "Maar daarna konden we er tennissen. Oké, we hadden er veel 'bad bouncers', maar daar moet je dan niet over zeuren."
In combinatie met krachtoefeningen en fietsen wist de rolstoeltennisser zich in die periode in conditie te houden. Vervolgens kon hij gelukkig weer bij het NTC terecht om daar weer als vanouds te trainen. Spaargaren voelt zich goed en kan niet wachten op het NK: "Heerlijk om weer potjes te kunnen spelen."
Rolstoeltennis steeds professioneler
Het zal hem niet verbazen als het niveau op het NK Rolstoel net als voorgaande jaren omhoog gaat. "Rolstoeltennis wordt steeds uitgebreider en professioneler. Steeds meer mensen kijken en bij de jeugd zie je dat de groepen groter worden en dat spelers elkaar beter maken."
Die ontwikkeling doet de man die als gevolg van een bloeding in zijn rug en een (incomplete) dwarslaesie in een rolstoel belandde, goed. De 'rising star' zet zich niet voor niets als ambassadeur van de Esther Vergeer Foundation in om jongeren te motiveren om te gaan tennissen. "Het is mooi om iets dat ik leuk vind over te brengen op hen."