Als je alleen zijn opvallende voornaam bij Google intikt dan zal de eerste pagina met zoekresultaten gevuld zijn met tennisnieuws én een vermelding van een kapsalon in Middelburg. Botic van de Zandschulp heeft zich vorig jaar nadrukkelijk in de kijker getennist. Zijn blonde haar verscholen onder een pet, maar dat heeft niets met de kapperszaak te maken.
In de Utrechtse gemeente Veenendaal stond de wieg van op dit moment Nederlands beste tennisser. In het ouderlijk huis groeide Van de Zandschulp samen met zijn drie jaar oudere broer op. Zijn moeder was verdienstelijk amateurtennisster en de passie voor de sport werd er met de paplepel bij hem en zijn broer ingegoten.
Als Van de Zandschulp niet op een toernooi is of in een vliegtuig zit verblijft hij tegenwoordig in Amsterdam bij zijn vriendin Floor ‘t Hart, die in de jeugd ook bij de Nederlandse top behoorde. Ze hebben sinds twee jaar een relatie, maar kennen elkaar al langer.
‘We trainden vroeger na elkaar. Onze eerste date was toen ik 13 jaar was. Botic vroeg of ik met hem naar de bioscoop wilde. Mijn moeder vond het goed, maar wel op voorwaarde dat hij me netjes van het station zou halen en thuis zou brengen. Hij was destijds 15.’
‘Daarna zijn we elkaar uit het oog verloren, maar via social media zijn we weer in contact gekomen. Toen ik zag dat hij twee jaar geleden was geselecteerd voor het Davis Cupteam heb ik hem middels een berichtje gefeliciteerd. Het is namelijk als je jong bent een droom om voor je land te spelen. Diezelfde avond nog zaten we als vanouds te facetimen. Het klikte meteen. Op het NK in Amstelveen ben ik toen naar hem gaan kijken. Die avond heeft hij me net als vroeger netjes thuisgebracht. Misschien is hij al die jaren wel stiekem verliefd op me gebleven, haha!’
Wie Van de Zandschulp weleens voor een camera heeft zien praten zal merken dat hij rustig, beleefd en misschien een tikkeltje verlegen overkomt. Dat was ook het beeld dat ’t Hart van hem had.
‘Toen we twee jaar geleden weer in contact kwamen klopte dat beeld niet meer. Botic kan echt op zijn praatstoel zitten. Al snap ik dat de buitenwereld dat misschien anders ziet. Hij kan namelijk ook wel de kat uit de boom kijken. Maar als hij in een vertrouwde omgeving is dan is hij alleen maar grappen aan het maken. Dat is heel anders dan de meeste mensen hem kennen.’
Op de baan oogt Van de Zandschulp kalm. Wat opvalt is dat hij vaak richting de zogenaamde spelers box praat. Coach Peter Lucassen vangt de woorden van zijn pupil op. ‘Hij zegt vaak op de baan dat het niet meezit, maar als je alles op een rijtje zet dan valt dat vaak wel mee hoor, haha. Typerend is dat wanneer hij een belangrijk punt wint door een fout van de tegenstander dat hij dan door zijn intensiteit zich negatief kan uiten. Dat is de perfectionist in hem. Hij kan bijvoorbeeld ook nee schudden na een gemiste eerste service.’
Lucassen werkte een tijd in de Verenigde Staten en leerde Van de Zandschulp nog niet zo heel lang geleden kennen. ‘Mijn eerste indruk was dat Botic een eigen missie had. Hij was redelijk op zichzelf. Hij was ook anders dan bekende spelers als Robin (Haase, red.), Thiemo (de Bakker, red.) of Tallon. Hij deed echt zijn eigen ding.’
De woorden die Lucassen gebruikt om zijn pupil te omschrijven zijn intelligent, een denker en talentvol. Ook hij laat de term ‘de kat uit de boom kijken’ regelmatig vallen.
‘Zijn persoonlijke kenmerken komen overeen met de speler die hij op de baan is. Hij heeft niet normaal harde slagen, maar in een wedstrijd kijkt hij aan het begin de kat uit de boom. Botic houdt er namelijk van om de tegenstander te ontleden. Hij schaakt eerst voordat hij de genade klap uitdeelt.’
Over werkethiek heeft zijn coach niets dan lof. Van de Zandschulp wil alles uit zijn carrière halen en weet dat hij daar elke dag keihard voor moet werken. Hij spaart zichzelf niet en is ook hard voor zijn omgeving. Volgens Lucassen soms te hard. ‘Af en toe mag Botic wat minder veeleisend zijn en aardiger zijn naar zichzelf en zijn omgeving toe.’
De ambitie is dat Van de Zandschulp een geplaatste speler op de Grand Slamtoernooien wordt. Zijn ranking zal dan minimaal rond plaats 35 op de wereldranglijst moeten zijn. ‘Mijn rol daarbij is dat ik overal ter wereld zijn steun en toeverlaat ben. Dat ik in hem geloof en dezelfde passie deel.’
Lucassen stelt dat hij met Van de Zandschulp over alles kan praten en daarbij met goede argumenten moet komen. ‘Je hoeft hem geen onzin te verkopen, want daar prikt hij zo doorheen. Botic is een denker en opent vaak zelf het gesprek over zijn spel of over de tegenstander. Hij kan eigenwijs zijn, maar staat wel open voor de dialoog. Dat maakt mij als persoon en trainer/coach ook beter. Dus dat is alleen maar goed.’
Vorig jaar brak Van de Zandschulp door op de US Open. Hij bereikte vanuit de kwalificaties de kwartfinale. Latere toernooiwinnaar Daniil Medvedev moest er aan te pas komen om de opmars van de Veenendaler te stoppen. Voor velen kwam deze prestatie als een verrassing. Niet voor zijn vriendin.
‘Het grappige is dat we voor de US Open samen op de bank zaten en toen zei ik dat ik zoveel geloof in hem heb dat hij ooit de laatste acht op een Grand Slamtoernooi gaat halen. En twee weken later staat hij in New York in de kwartfinale. Bizar verhaal, maar echt gebeurd.’
Het succes en de aandacht die de hoogst geplaatste speler van Nederland krijgt zullen Van de Zandschulp niet snel naast zijn schoenen doen lopen. ‘Botic is nog steeds zichzelf. Hij blijft met beide benen op de grond staan. Ik moet wel toegeven dat het best bijzonder is als iemand zegt dat mijn vriend de beste tennisser van Nederland is.’
Toptennis was door een blessure niet weggelegd voor ’t Hart. Ze studeert Science, Business and Innovation aan de Vrije Universiteit. Daarnaast werkt ze op de HR-afdeling van KPMG. Het tennisracket heeft ze ingeruild voor de hockeystick. ‘Als we op een tennistoernooi zijn dan draait alles om Botic, maar als we terug in Nederland zijn dan zorg ik er wel voor dat we dat even rechttrekken. Ik hockey in Hilversum en Botic komt vaak op zondag kijken. Dan staat hij in de regen langs de kant van een amateurveld, haha.’
Van de Zandschulp in een donkerblauwe regenjas, zwarte pet, spijkerbroek en met modder omrande sneakers verzopen langs een hockeyveld. Je ziet hem staan. Zachtjes nee schuddend na een verkeerde pass. Maar niemand die het opvalt dat daar de nummer één van tennissend Nederland staat.
Beluister hieronder ook de podcast.