3 februari 2025 is een datum geworden die Mees Röttgering voor de rest van zijn leven zal herinneren. De tiener uit Limburg beleefde deze maandagavond zijn debuut op de ATP Tour met een duel op het historische centre court van het ABN AMRO Open.
Omringd door grote namen als Jannik Sinner, Roger Federer, Boris Becker, Stefan Edberg en Richard Krajicek op de kampioensring van Rotterdam Ahoy betrad Röttgering - na Daniil Medvedev en Stan Wawrinka - de prachtig uitgelichte baan. De Grandslamkampioenen maakten er een spectaculair voorprogramma van. Het publiek was opgewarmd en keek reikhalzend uit naar de opkomst van de beste junior van de wereld.
‘Het was een lange dag voordat ik eindelijk mocht spelen. Overdag had ik goed getraind, maar ik merkte wel dat ik steeds zenuwachtiger werd. Ik wilde mijzelf graag tonen en bewijzen aan het Nederlandse publiek.’
De 17-jarige Röttgering is de nummer één van de wereld bij de junioren. In China won hij de ITF World Tennis Tour Junior Finals en op Wimbledon speelde hij de finale. Grote wedstrijden op de juniorentour heeft hij dus achter de rug, maar een debuut in Rotterdam Ahoy is van een andere orde van grootte.
‘Trillend liep ik de baan op. Dat trillen duurde wel tot het einde van de eerste set. Nog niet eerder had ik dat ervaren. Dus hier moet ik van leren.’
Ondanks de zenuwen kon hij toch ook wel genieten van zijn verloren duel tegen top100-speler Mattia Bellucci. ‘Ik keek af en toe om mij heen om alles in mij op te nemen. Op zo’n moment vergeet je even de stand. Ik wilde mooie ballen slaan om het publiek te vermaken. Ik heb genoten dat ik in zo’n mooi stadion heb mogen spelen.’
De kop is er af en dat smaakt voor Röttgering naar meer. ‘De belangrijkste les is dat ik beter met mijn zenuwen om moet gaan. Als ik nog een kans zou krijgen dan zal ik het beter doen. Het mooie van de sport is dat je elke dag kunt verbeteren. Dat is wat ik moet doen. Leren en doorgaan.’
Het toernooi gaat verder, terwijl Röttgering op de trainingsbaan zijn uren maakt. Zijn profcarrière is gestart. Waar het eindigt weet niemand, maar de ambitieuze Limburger is overtuigd van zijn kwaliteiten. ‘Ook al sta ik tegenover Alcaraz dan nog maak ik mijzelf wijs dat ik beter ben en kan winnen.’
