Betty Stöve is één van de iconen van het Nederlandse tennis. Als speelster, coach en grondlegger van de WTA heeft ze veel betekent voor de tennissport. En wie kan er nu zeggen dat er een postzegel en zelfs een rockband (Betty Serveert) naar je is vernoemd?
Stöve blies op 24 juni tachtig kaarsjes uit.
Met haar aanvallende speelstijl boekte Stöve in de jaren ’70 grote successen. Ze is tot nu toe de enige Nederlandse speelster, die in het enkelspel in een Grand Slamfinale stond. Sterker nog; in 1977 bereikte Stöve op Wimbledon drie finales: enkelspel, dubbelspel en gemengd dubbel. Niemand wist haar dat ooit na te doen.
Helaas gingen alle drie de finales verloren. In het enkelspel was thuisspeelster Virginia Wade, aangemoedigd door duizenden Britse fans, in drie sets te sterk. Stöve bereikte dat jaar wel haar hoogste notering van nummer vijf op de wereldranglijst. Alleen Kiki Bertens stond ooit hoger.
In totaal bereikte Stöve 28 Grand Slamfinales. Dat leverde tien titels verdeeld over het vrouwendubbel en gemengd dubbel op. En dan te bedenken dat ze tien jaar lang niet naar Australië ging.
Naast haar successen op de baan, was Stöve in 1973 ook betrokken bij de oprichting van de Women’s Tennis Association (WTA). Samen met onder anderen Billie Jean King zorgde ze ervoor dat vrouwen net als de mannen voor prijzengeld konden spelen. De WTA is inmiddels uitgegroeid tot een van de grootste en meest invloedrijke sportbonden ter wereld.
Na haar carrière als speelster boekte Stöve successen als coach. Ze begeleidde tien jaar Hana Mandlíková. De Tsjechische won onder de vleugels van Stöve meerdere Grand Slamtoernooien en bereikte de derde plaats op de wereldranglijst.
Dat viel de jonge Kristie Boogert ook op. De Zuid-Hollandse wilde net zo aanvallend spelen als Mandlikova. Ze trok de stoute schoenen aan richting België en vroeg Stöve om haar te coachen.
‘Nadat ik uit Jong Oranje kwam moest ik op eigen benen staan. Mijn trainer destijds was ook de sparringpartner van Mandlikova. En ik wilde net zo spelen als zij. Ondanks dat ik geen geld had was ik eigenwijs genoeg om te proberen Betty te overtuigen mij te helpen. Ik vertelde haar dat ik vroeger uren aan de kant naar haar trainingen met Mandlikova stond te kijken. Dat wist ze nog’, blikt Boogert terug op die tijd midden jaren ’90.
‘Wat ik heel mooi vind aan Betty is dat ze ondanks dat ik financieel weinig kon bieden ze mij toch ging helpen. Ik speelde open kaart en zei wat ik tot de laatste cent kon investeren, maar dat ik zeker wist dat zij de juiste coach voor mij was. Dat triggerde haar om met mij te werken. We trainden vlakbij Antwerpen.’
Stöve was een strenge coach en liet Boogert flink afzien op de baan. ‘Het was het allemaal waard. Betty was als coach streng, maar rechtvaardig. Als persoon is ze ontzettend innemend en lief. Na de drie jaar dat we samenwerkten hebben we altijd contact gehouden. Ze is nog steeds op de hoogte en altijd geïnteresseerd’, aldus de voormalig nummer 29 van de wereld.
Volgende week wordt Stöve op Wimbledon, waar ze dus als enige ooit drie finales in een editie speelde, door de All England Club in het zonnetje gezet. En dat verdient deze sportvrouw pur sang volledig.